Afgelopen week dacht ik na
over het woord dienstbaarheid.
Dienstbaarheid in de zin
van iets doen voor een ander,
zonder jeZelf uit het oog te verliezen.
En of ik daar een ander woord
voor in de plaats zou kunnen zetten.
Een ander woord omdat
dienstbaar zijn aan de ander
bij sommige mensen iets
innerlijk oproept dat verwerkt
mag worden.
Ik kwam uit bij de woorden
van betekenis zijn voor.
Op welke wijze kan ik
van betekenis zijn voor
een ander.
We zeggen het soms nog
in onze taal: kan ik nog iets
voor je betekenen ?
In de zin van, kan ik nog iets
voor je doen ?
Vrijwilligheid is daar een
belangrijk onderdeel van.
Vrij – willig, vanuit je
eigen vrije wil bied je iets
aan of ga je in op een vraag
die een ander heeft.
En omdat het vrij-willig is,
betekent dat als vanzelf dat
je er een keuze in kan maken.
Want soms zijn er momenten
dat je eerlijk naar jezelf moet zijn
en toe mag geven dat je ook
aan jezelf moet denken.
Als de beker leeg is,
heb je niets te geven.
Dan moet je eerst je eigen beker
vullen voordat je weer kan delen.
Op welke wijze kan ik van
betekenis zijn voor een ander,
voor een organisatie, voor de
wereld, voor mijn Zelf.
Het klinkt anders dan het
woord dienstbaarheid.
Maar dat komt enkel omdat
het woord voor sommige mensen
met een negatieve lading is vervuild.
Woorden ze doen er toe.
Voel voor jezelf of het anders voelt
en wat er dan aan inzichten in
je opkomt.