Steeds opnieuw breng ik
mezelf terug naar wat er zich
voor mijn neus bevindt.
In mijn werkelijke wereld.
Naar de wereld waarin
ik zaken kan vastpakken,
waarin ik me beweeg.
Want ik weet dat als ik
me laat vangen door
de verhalen die rondzweven,
gedachten en meningen
van anderen, ik in de
verwarring terecht kom.
Het betekent dat ik,
als vanzelf,
mijn trilling verlaag.
En dat ik,
alleen al daardoor,
anders naar de wereld
ga kijken.
Ik woon in mijn hoofd.
Ik bepaal mijn gedachten
en mijn mening.
En ik verhuur het aan niemand.
Ik blijf teruggaan
naar mezelf.
Naar mijn eigen gevoelens,
naar mijn eigen kern,
naar mijn eigen gedachten.
Mijn hart gedachten.
Uit het boek : ZET JE LICHT AAN