Ik moet je laten gaan,
het past niet meer.
Ik ben niet boos,
keur je niet af,
hou eigenlijk
nog steeds van je.
Maar iedere keer dat ik
verder wil op mijn pad,
iedere keer wanneer ik inzie
dat ik verder kan en mag,
voel ik dat ik me laat
tegenhouden.
In liefde ben ik blijven staan,
in liefde ben ik steeds gebleven
en ik heb op je gewacht.
Maar ik zie nu in,
dat jij jij bent,
en ik ik.
Dat onze paden
niet meer samenvallen,
zich zelfs langzaam
uit elkaar bewegen.
En ik kan niet langer
met jou meebewegen,
in het oude vertrouwde.
Voor mij is dat nu klaar.
Ik laat jou gaan
en ik hoop jij mij.
Ik ben niet boos,
maar juist dankbaar
voor alle tijd samen.
Alles wat we samen
hebben ervaren,
hebben meegemaakt.
Ik kan niet langer blijven.
Voor mij is het nu de tijd
om verder te gaan.
In liefde blijf ik
met je verbonden.
Je houdt je plek
in mijn hart.
Dat hart dat me nu zegt
dat het klaar is,
voor de volgende stap.