Mijn moeder gebruikte
ooit de zin:
als ik uit de tijd kom.
En eerlijk gezegd
was ik verbaasd,
dat ze het zo zei omdat
ze het niet had over
dood gaan maar het
benoemde als
het weggaan uit de tijd.
Ik vroeg haar waarom ze
voor die woorden koos,
‘wanneer ik uit de tijd kom’,
en ze vertelde me dat ze dat
vroeger in haar familie altijd
zo zeiden.
Bij geboorte landen we
in de tijd en bij het sterven
verlaten we de tijd.
Op het ogenblik voel ik me
stuiteren door de tijd.
De dagen vliegen om,
er is een versnelling gaande
en ik probeer het allemaal
een beetje bij te houden.
Maar soms ontbreekt me de tijd.
Misschien is het wel de bedoeling
dat we meer tijdloos worden,
meer meestromen met dat wat is,
terwijl we nog in een lichaam zitten.
Ik vind het wel een interessante
gedachte dat we landen in de tijd
en het vervolgens weer loslaten.
Om er vervolgens weer in te landen.
De vraag is wat we dan in
de tussen tijd doen.
Lichtflits